-Door Martijn van Noorden, psychiater LUMC-
Bij DeLeidsepsychiater zijn we altijd nogal obsessief bezig met het verbeteren van ons onderwijs, op basis van feedback van zowel studenten als docenten. Dit heeft eerder onder meer geresulteerd in de ontwikkeling van het Schema Klinisch Redeneren, en dit jaar ook in de nominatie van ons blok ‘Vraagstukken Psychisch Functioneren‘ voor het beste blok geneeskunde 2018-2019 bij de MFLS-LUMC Onderwijsprijzen 2019.
Schema Klinisch Redeneren
Het Schema klinisch Redeneren geeft studenten houvast bij het bestuderen van de etiopathogenese en diagnostiek van psychiatrische stoornissen. Onderwerpen die vaak nogal abstract lijken als je ze in het Leerboek leest. Inmiddels is het Schema niet meer weg te denken uit ons onderwijs. Toch bleek de laatste versie van het Schema niet geheel kloppend, zo meldde ons een docent.*
Zoek de verschillen -Technisch verhaal alert-
Bij het vaststellen van de symptomen (bijvoorbeeld aan de hand van een casus) kom je volgens het Schema uit op een Syndroomdiagnose. In de laatste versie van het Schema liep vervolgens een pijl naar de box met predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren, die je kunt gebruiken om tot een structuurdiagnose te komen. De pijl ging vervolgens verder naar de classificatie volgens DSM-5, en het behandelplan. En daar had de docent een punt: strikt genomen leidt de syndroomdiagnose tot een classificatie en staat de structuurdiagnose daar los van. Dit hebben we opgelost in het nieuwe schema, door de pijl onderlangs te lopen. Wat in beide schema’s in ieder geval duidelijk is en ook benadrukt wordt in het blok, is dat de diagnostiek vóór de classificatie komt. Je kan en mag de DSM-5 dus niet gebruiken als een ‘diagnostische checklist’.
Heb je vragen over het Schema Klinisch Redeneren of over deze post, neem dan contact op met de redactie.
*Naam bekend bij de redactie.