Het verloop van posttraumatische stress-symptomen bij eerstehulpverleners na een grote natuurramp in Japan

Onderzoek 0 comments

-Door Floor van der Does, PhD student LUMC-

In 2011 werd het Noordoosten van Japan getroffen door de grootste aardbeving die daar ooit is geregistreerd. Deze haalde 9.1 op de schaal van Richter. Deze ramp wordt de Great East Japan Earthquake genoemd, afgekort GEJE. De aardbeving was zo krachtig dat deze leidde tot een metershoge tsunami, die grote delen van de kustregio verwoestte. De catastrofe was compleet toen hierdoor de nucleaire reactor in de Fukushima-regio beschadigd raakte. Dit resulteerde in het vrijkomen van radioactieve stoffen en grote delen van de regio moesten geëvacueerd worden om het risico op gezondheidsproblemen door de straling te beperken. Er kwamen duizenden mensen om en een veelvoud raakte gewond. De verwoesting van infrastructuur, huizen, en persoonlijke bezittingen was omvangrijk.

Uitzending militairen

In reactie hierop werden in totaal 107.000 militairen van de Japan Ground Self-Defense Force (JGSDF) uitgezonden voor reddings- en bergingsacties, evacuaties, en wederopbouw. Uit eerder onderzoek weten we dat eerstehulpverleners een hoger risico hebben op posttraumatische stressstoornis (PTSS) vanwege de aard van de taken en omstandigheden waar ze aan worden blootgesteld in hun werk. Na de GEJE werden de uitgezonden militairen bijvoorbeeld ingezet bij het bergen van stoffelijk overschotten, of moesten zij werken in gebieden waar het risico op stralingsbesmetting bestond. Ook persoonlijke kenmerken, zoals leeftijd, geslacht, en of zij zelf getroffen waren door de ramp, kunnen verschil maken. Ruim 55.000 JGSDF militairen werden na de GEJE jarenlang gemonitord, waardoor we nu in detail kunnen uitzoeken hoe al deze factoren invloed hebben op het ontwikkelen van PTSS in deze groep.  

Symptoomtrajecten

Onderzoekers van het National Defense Medical College in Saitama, Japan zochten hiervoor de samenwerking met de afdeling psychiatrie van het LUMC. Hieruit zijn tot nu toe twee gepubliceerde papers voortgekomen. De meest recente werd begin dit jaar geplaatst in The British Journal of Psychiatry. Hierin lieten wij zien dat er vijf veelvoorkomende ‘symptoomtrajecten’ zijn: het verloop van de ernstscore op een PTSS-vragenlijst. Verreweg het grootste deel van de militairen bleef laag in klachten of klachtenvrij; dit was de ‘weerbare’ groep. Een ander deel kreeg klachten die na verloop van tijd verbeterden. Een substantiële minderheid (10%) ontwikkelde een van de symptoomtrajecten met een ernstiger afloop. Een deel van hen had meteen veel klachten en volgde een “chronisch” traject, waarbij niet veel verbetering optrad. Een klein deel lijkt het in eerste instantie goed te doen, maar ontwikkelde later toch klachten en volgde daarmee een “late-onset” traject. De belangrijkste voorspellers voor deze twee trajecten waren hogere leeftijd, persoonlijk getroffen zijn door de GEJE, en verschillende uitzending-gerelateerde factoren zoals lagere rang, het uitvoeren van taken waarbij stoffelijk overschotten geborgen moesten worden of het risico van blootstelling aan straling bestond. Ook was er meer kans op PTSS-klachten bij mensen die langer hadden moeten doorwerken. Het totale aantal militairen met klachten hoger dan de cut-off voor een diagnose PTSS was echter niet hoog: 3% over de hele 7 jaar dat zij gevolgd werden. In vergelijking met de totale bevolking van Japan, waar de prevalentie 0.7% bedraagt, is dat fors. In Nederland is het jaarlijkse percentage voor de gehele bevolking echter rond de 7%.


Figuur 1: De meest veelvoorkomende trajecten van symptoomernst door de tijd heen. De rode stippellijn representeert de afkapwaarde voor waarschijnlijke PTSS-diagnose in een Japanse steekproef (25 op de Impact of Event Scale-Revised).

Conclusie

De resultaten komen redelijk overeen met eerder onderzoek. Deze dataset is wel extra interessant omdat het overgrote merendeel van het eerdere onderzoek met Westerse deelnemers is gedaan. Hopelijk kunnen we hier lessen uit trekken voor verdere uitzendingen naar rampgebieden in Japan; omdat het land op de grens van vier tektonische platen ligt, komen aardbevingen er vaak voor. Zoals onderzoekers graag zeggen, er is meer onderzoek nodig. Niettemin kan met deze kennis over de correlaten van beloopsvormen meteen iets worden gedaan. Bijvoorbeeld, taken en verlof zo verdelen dat het risico op langdurige klachten zoveel mogelijk beperkt blijft.

Heb je naar aanleiding van deze blog nog vragen, neem dan contact op met de redactie.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.