Onderzoek naar een “verboden emotie”
-Door dr. Nienke de Bles, psycholoog en onderzoeker LUMC-
Tijdens mijn bachelor wist ik zeker dat ik geen onderzoeker wilde worden: Hele dagen bezig zijn met SPSS, niks voor mij! Tot ik me tijdens mijn masterstage bij Generation R realiseerde dat er achter al die cijfers écht mensen zaten! En zo begon ik na afstuderen toch te solliciteren voor PhD-plekken en werd ik in 2017 aangenomen op de Voeding & Agressie studie in het LUMC, waarbij we het effect van voedingssupplementen op het verminderen van agressie onderzochten. Voor het werven van patiënten en het vervolgens afnemen van vragenlijsten bij deze patiënten was ik regelmatig samen met stagiaires op pad naar een van de 8 deelnemende GGZ-instellingen in Nederland en België. Vaak met de trein, soms met een huurauto. Dat je dan niet altijd weet hoe de auto werkt, bleek wel uit feit dat we eens vergaten om de lichten uit te doen. Zo stonden we dan mét ingevulde vragenlijsten, maar zonder vervoer.. Blij ben je dan met de verpleegkundige met startkabels!
Maar, wat is nu eigenlijk het resultaat van deze afgelopen jaren? En waarom vind ik het zo interessant en belangrijk om onderzoek te doen naar boosheid en agressie?
Samenvatting
Boosheid is een hele nuttige emotie, die, net als verdriet en angst, regelmatig wordt ervaren in verschillende culturen. Boosheid is onze manier om grenzen aan te geven. Maar, in onze huidige “beschaafde” samenleving heerst er een sterke sociale afkeur om boos te zijn, waardoor we dit ook in wetenschappelijk onderzoek en de klinische praktijk regelmatig over het hoofd zien. Dat het wél belangrijk is, blijkt uit mijn proefschrift. Zo vonden we dat 40% van de patiënten met een comorbide diagnose (depressie en angst) een verhoogde aanleg om boos te worden rapporteerde en ruim 20% rapporteerde woedeaanvallen, ten opzichte van slechts 5% en 1% bij de groep gezonde controles. Ook werd boosheid vaker gerapporteerd door patiënten met een bipolaire stoornis dan door patiënten met een depressie. Mogelijk kan toegenomen boosheid dus een vroege aanwijzing zijn voor het hebben of ontwikkelen van een bipolaire stoornis. Daarnaast vonden we een link tussen traumatische gebeurtenissen in de jeugd en gevoelens van boosheid ten tijde van de volwassenheid. Voor clinici kan het tijdens behandeling dan ook effectief zijn om dit mogelijke verband uit te leggen aan de patiënt, en indien dat geïndiceerd is een behandeling gericht op trauma in te zetten. Onderzoek moet uitwijzen of traumabehandeling ook boze gevoelens en gedragingen kan verminderen bij patiënten met een depressie of angststoornis.
Hoewel niet altijd, kan boosheid ook leiden tot agressief gedrag. Agressie leidt regelmatig tot een verwijzing naar een opname in de langdurige geestelijke gezondheidszorg. Zoals ondersteund door dit proefschrift, zijn de kosten van agressie binnen deze afdelingen erg hoog. In eerdere onderzoeken waren er veelbelovende effecten gevonden van voedingssupplementen met vitamines, mineralen en visolie op een vermindering van agressie. Helaas hebben wij niet zo’n beschermend effect gevonden bij psychiatrische patiënten die langdurig opgenomen waren. Deze groep patiënten is veelal ondervertegenwoordigd in interventiestudies. Onze resultaten benadrukken het belang van het doen van meer onderzoek naar agressie bij deze groep patiënten om zo te komen tot bewezen effectieve zorg en nieuwe behandelingsvormen voor deze groep patiënten.
Hora est!
Op het moment dat de (meeste) artikelen gepubliceerd waren, kon alles worden ingediend bij de leescommissie. Vervolgens kwam er een periode waarin ik tegen ieder die mij vroeg hoe het met mijn proefschrift stond zeggen dat “mijn proefschrift bijna af was”, maar waarin ik niet goed wist wat het woord bijna betekende in deze zin. Want er moest nog wel het een en ander gebeuren; Het (laten) ontwerpen van de voorkant, het bedenken van stellingen, eventuele quotes. En uiteraard het schrijven van het dankwoord: het onderdeel van je proefschrift wat uiteindelijk het meest gelezen wordt. Ik weet nog goed dat ik op 5 december geen cadeautje in mijn schoen maar in mijn mailbox vond: De leescommissie had mijn proefschrift goedgekeurd en ik mocht een datum prikken! Afgelopen 26 april 2023 was het dan zover. Hoewel het enigszins een formaliteit is, blijft een promotie ook iets spannends. Gelukkig ben ik als psycholoog bekend met helpende gedachtes: Deze 45 minuten aan verdediging zijn dezelfde 45 minuten waarin ik patiënten spreek (en vind deze minuten vaak voorbij vliegen!). En inderdaad werd na die 45 minuten aan discussie met hoogleraren het ‘Hora est’ uitgesproken. Velen die mij zijn voorgegaan gaven al aan dat ik echt moest genieten van deze dag. En genieten heb ik gedaan, zeker met zo veel collega’s, familie en vrienden om deze dag mee te vieren!
Mocht je het volledige proefschrift willen ontvangen klik dan hier .