Het Dolhuys: een tijdreis door de psychiatrie

Tijdens het zes weken durende co-schap psychiatrie in het LUMC krijgen co-assistenten de mogelijkheid om een bezoek te brengen aan Museum Het Dolhuys in Haarlem. Co-assistenten Floris en Artyom vertellen over hun bezoek.

Wat is Het Dolhuis?

Floris: “Museum Het Dolhuys, Museum van de Geest, is een museum in Haarlem dat de Geschiedenis van de Psychiatrie laat zien. Het bijna 700 jaar oude gebouw bevat een schat aan informatie over de ontwikkeling van de psychiatrie door de eeuwen heen.”

En waarom is dat interessant?

Floris: “In een dagdeel is het mogelijk om te zien hoe de ideeën, diagnostiek en behandeling van psychiatrische ziektebeelden in de loop van de tijd veranderd zijn. Hiermee veranderde tevens de positie van de psychiatrische patiënt in de maatschappij, wat terug te vinden is in de verhalen van psychiatrische patiënten in verschillende delen van het Dolhuys.”

Kun je iets meer vertellen over die positie van de patiënt?

Floris: “Bijzonder is hoe vanaf de middeleeuwen tot aan de 19e eeuw “lastige en onhandelbare mensen” maar in een Dolhuys werden weggestopt. Zij werden niet direct als patiënt gezien en moesten maar worden opgesloten. In die tijd waren er nog geen behandelmogelijkheden zoals medicatie. De “minder vervelende” mensen mochten vrij rondlopen in huis, maar als men lastig was, werd men bijvoorbeeld in een kalmeerstoel vastgebonden (middeleeuwen) of in een cel/kamer opgesloten. De praktijk om naar een separeercel te worden gebracht wordt heden ten dage in Nederland nog steeds ten uitvoer gebracht. Naast de verschillende attributen die gebruikt werden in de psychiatrie, is vaak juist informatie vanuit het perspectief van de patiënt te vinden. De ervaringen van patiënten helpen om een beeld te krijgen van het volledige plaatje rondom de psychiatrische patiënt.”

Wat is jullie bijgebleven?

Artyom: “De ontwikkelingen binnen de psychiatrie door de eeuwen heen, deden ons denken aan onze eerste ervaringen met psychiatrische patiënten als coassistent. Allereerst was er angst voor het onbekende: in de middeleeuwen werden “lastige” mensen in een Dolhuys bij elkaar gehouden, zodat de rest van de samenleving er niet mee om hoefde te gaan. Nadenken over waar de problemen vandaan komen bij de patiënt, of hoe deze verlicht zouden kunnen worden, was er niet bij. De problemen van psychiatrische patiënten werden niet door de maatschappij ervaren als je deze patiënten simpelweg in een Dolhuys stopt, en er niet teveel over nadenkt.”

Wat kun je daarmee als co-assistent?

Artyom: “Als co-assistent merk je de spanning voor het onbekende, wanneer je bijvoorbeeld je eerste patiënt met borderline tijden je coschap Interne Geneeskunde op de SEH ziet. Ik kan me herinneren dat in de voorgeschiedenis en status de volgende dingen stonden “Borderline persoonlijkheidsstoornis, mentale retardatie, agressieproblematiek”. Met tegenzin zag ik die patiënt. Achteraf bleek alles mee te zijn gevallen, maar mijn eerste reactie vond ik na een bezoek aan het Dolhuys typisch middeleeuws. Afkeer voor een situatie waar je geen verstand van hebt.”

En hoe ging het verder met de geschiedenis van de psychiatrie?

Artyom: “De volgende ontwikkelingen waren het kijken naar het individu, in plaats van naar het ziektebeeld. Het idee van de maakbare wereld en de maakbare mens ontstond, en men ging anders kijken naar de psychiatrische patiënt. Er werd nagedacht over mogelijke oorzaken van het geobserveerde gedrag, in plaats van de patiënt meteen als lastig en ongewenst te bestempelen en op te sluiten. Een soortgelijke ontwikkeling maakte ik door na die eerste patiënt met borderline in de voorgeschiedenis gezien te hebben. Stiekem moest ik lachen om het idee dat ik psychiatrische patiënten alleen tijdens het coschap psychiatrie zou tegenkomen. Mensen met een psychiatrische stoornis krijgen natuurlijk ook een keer een DVT of een ‘vooralsnog idiopathisch laag natrium’. Die realisatie heeft ertoe geleid dat ik niet meer aannam dat elke patiënt met borderline en agressieproblemen een vervelende ervaring zou worden. Dat geeft meer rust en ruimte om na te denken en vooral te communiceren over de problemen waar de patiënt mee kampt. Als een patiënt mij heeft geleerd breed te denken, én naar de persoon te kijken, was het deze wel.”

“In het begin van de 19e eeuw schreef Pinel het eerste handboek voor de psychiatrie, waarbij gezocht is naar een vriendelijkere behandeling van psychiatrische patiënten, met zo min mogelijk dwangmiddelen. Dit bleek tot betere resultaten te leiden: niet alleen werden de patiënten aangenamer en effectiever behandeld, ook de manier waarop de samenleving deze groep mensen zag, veranderde.”

“Deze aanpak is herkenbaar in de moderne geneeskunde, en in de ontwikkeling van de coassistent. Keer op keer met geduld en tact een gesprek ingaan, vergt weliswaar de nodige energie, maar op de lange termijn is deze investering ook iets wat erg veel voldoening geeft; voor je omgeving en voor jezelf. Al met al is een bezoek aan het Dolhuys een goede dagbesteding, die je laat nadenken over (groepen) mensen met elkaar omgaan, en hoe je daar zelf in staat.”

Tenslotte: zouden jullie het Dolhuys aan andere co-assistenten aanraden?

Floris: “Dit museum is een verrijking: het biedt een unieke kijk op de psychiatrie en de psychiatrische patiënt door de eeuwen heen. Daarnaast zijn er ook altijd tijdelijke tentoonstellingen. Zeker een aanrader!”

www.hetdolhuys.nl

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.