-Door Juul Ribbens, psychiater LUMC en blokcoördinator Vraagstukken Psychisch Functioneren-
Het psychiatrie onderwijsblok Vraagstukken Psychisch Functioneren voor 2e jaars geneeskunde studenten in Leiden is weer begonnen. Voor de laatste keer ben ik de blokcoördinator en geef ik het eerste hoorcollege.
Ik toon het filmpje Medische Ethiek, de dagelijkse praktijk in het LUMC wat mijn collega’s jaren geleden hebben gemaakt waarin een casus op de SEH wordt nagespeeld. Ronnie heeft z’n gehemelte voor de zoveelste keer kapot gesneden onder invloed van een psychose en de KNO-arts is er klaar mee en wil hem niet meer behandelen.
Ik bespreek met de studenten dat er sprake is van tegenoverdracht -gevoelens die een patiënt bij de zorgverlener oproept, zoals machteloosheid of empathie-. Maar vooral ook hoe belangrijk het is voor elke arts (zorgverlener, mens) om dat te herkennen en er bewust van te zijn dat dat je eigen gedrag kan beïnvloeden. Tijdens het college lachen we om de uitspraken en het fantastische en realistische acteerwerk. SEH-arts: doe je mond eens open. Patient: AAAAAA, mooi he, alle tandjes zitten er nog in. In tegenstelling tot die van jullie zometeen! Ook lachen we om het advies van de KNO-arts dat dit KNO-probleem alleen een schone taak is voor de psychiater: ‘op z’n minst vastzetten, detoxen, een paar pillen erin en een goed gesprek’.
Ondertussen besef ik weer hoe waardevol het is dat ik dit vandaag de studenten kan illustreren en leren. Maakt dit indruk? Zal dit ze bij blijven en hun gedrag beïnvloeden, ongeacht of ze later huisarts, KNO-arts, psychiater of orthopedisch chirurg worden?
Ik hoop dat ik ook op deze manier bijdraag aan een betere communicatie met -en bejegening van- patiënten. Dat de zaalarts of specialist daar zelf mee overweg kan, zonder dat dit wordt ge-externaliseerd naar de psychiatrie. Maar er is ook een andere kant.
Als ziekenhuispsychiater bij de Psychiatrische Consultatieve Dienst kom ik regelmatig in aanraking met casuïstiek waarbij artsen en verpleegkundigen moeite hebben met de behandeling en bejegening van de patiënt omdat er tegenoverdracht speelt. Bijvoorbeeld omdat de psychiatrische klachten die worden veroorzaakt door een somatische aandoening “echt alleen psychisch” zijn. Een paar pillen erin en een goed gesprek? Vooral met de zorgverleners. Ik geef uitleg, vraag hoe de artsen en verpleegkundigen er naar kijken, denk mee waar zij tegenaan lopen en wat kan helpen en zorg er vooral voor dat we op 1 lijn zitten. Geen pillen, wel een goed gesprek. En ja, ook dat is een schone taak voor de psychiatrie.