Take a leap

Blog 0 comments

-Door Mirjam Riedinger, aios LUMC-

We worden tegenwoordig bestookt met alle Instagramplaatjes en Tiktok filmpjes waar menig mens de conclusie uit trekt dat iedereen het meer naar zijn zin heeft in het leven dan zijzelf. Ik betrap mezelf vaak genoeg tijdens het geven van psychotherapieën dat ik het beeld dat geschetst wordt op blogs en alle andere vormen van sociale media, aan het nuanceren ben, omdat mijn patiënten dikwijls keiharde lessen en conclusies over zichzelf trekken.

Eén van mijn patiënten is er steevast van overtuigd dat ze niet genoeg haar best heeft gedaan als ze iets (mijns inziens) onhaalbaars niet bereikt. Immers zeggen alle knappe, slanke, bloedmooie en extraverte mensen op sociale media dat je ‘alles kunt bereiken wat je wilt, als je maar hard genoeg je best doet.’ Toen zij mij confronteerde met de vraag; ‘en jij dan, waar droom jij over waarvan je weet dat het niet kan?’, moest ik naar mezelf bekennen dat de zich sinds mijn jeugd herhalende droom dat ik kan vliegen, toch behoorlijk ver buiten bereik was en ik het voorbeeld ‘ik kan ook niet vliegen’ toch wel regelmatig gebruikte.

Een subtiel gevoel van rouw over mijn onhaalbare droom, begeleidde mij op mijn weg naar huis, waar ik met de blik dromerig naar boven, mij probeerde in te beelden wat de meeuwen boven mijn hoofd meekregen van de krioelende mensenmassa’s onder hen. Mijn inspiratie om mijn (onhaalbare) droom toch achterna te gaan, kwam niet van een
Tiktok filmpje, maar van een ouderwets keukentafelgesprek met mijn enthousiaste broer: ‘Paragliden, dat kun je dus gewoon leren he, in een weekje in Italië!’ Ik droomde bijna een week de wereld van boven, vrij in de lucht met alleen maar vogels als metgezellen – en schreef me in.

Na een ruime dag op een bloedheet veldje eerst een oefenglider (kleiner en lichter dan de normale varianten) en dan de ‘echte’ glider opgezet te hebben en te hebben begrepen hoe er aan mij en mijn harnas werd getrokken als de wind hem de een of andere kant op trok, stond ik dan, boven op de berg – een mooie groene wei voor me, schapenwolkjes in de lucht, en een instructeur die nog even alle karabiners, lijnen en radiochecks met me doornam. Ik voelde mijn bijnier een flinke dosis adrenaline aanmaken, mijn hoofd leeg van alle gedachten aan iets anders dan de natuurkundige principes, waarin ik meer vertrouwen heb dan mijn eigen vaardigheden als nieuwe piloot. ‘Je weet het Mirjam, een zak aardappelen is de veiligste piloot, die doet niks fout’.

En daar ging ik, ik gaf een flinke ruk aan het scherm, voelde ik de glider boven me komen, en begeleid door zowel door de radio als daarbuiten de instructie ‘lopen, lopen, lopen, lopen… beetje remmen en blijven lopen,… heel mooi’, werd ik omhoog getrokken in de lucht, het uitzicht onwerkelijk mooi. Onder radiobegeleiding draaide ik mijn eerste bochtjes, verwonderde ik me over de stilte, over de pracht en praal en genoot ik van de vogels op ooghoogte. Wat een bofferds zijn het, die beesten. Veilig aangekomen op de grond kreeg ik een klap op mijn schouder; ‘mooie landing Mirjam, hoe is het?’ ‘Fantastisch! Ik wil direct nog een keer’. Een zin die een week lang na elke vlucht steevast mijn antwoord was, ook als ik mezelf door elkaar had geschud door oefeningen, of peentjes had gezweet in de turbulentie.

Ik zal bij mijn volgende therapiesessie vermoedelijk de glimlach niet van mijn gezicht kunnen houden als mijn patiënte mij wijst op mijn eigen inconsistenties. Het voorbeeld ‘ik kan ook niet vliegen’ zal ik in ieder geval nooit meer in de mond nemen.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.